Tussen de herfst- en de kerstvakantie stonden de lessen in het teken van poëzie. Elke les stond er een versje, rijmpje of gedichtje centraal. Vóór de vakantie is gevraagd naar wensen van de kinderen: wat zou je nog willen oefenen? Welk materiaal wil je nog eens gebruiken? Daarmee is rekening gehouden bij deze lessen.
Ik probeer er altijd aan te denken om foto’s te maken van de resultaten, zodat jullie ze in deze verslagen kunnen bewonderen. Klik op de foto’s!
Het luchtkasteel:
Uit het boek ‘Ziezo’, geschreven door Annie M.G. Schmidt
De kindertjes waar ik mee speel, die wonen in een luchtkasteel.
Het is heel hoog, het is heel ver, tussen de zon en de avondster,
Veel verder dan de regenboog. De wolkenlift brengt mij omhoog.
De lift wordt door een uil bediend, Een lieve uil. Hij is mijn vriend.
Welke etage, kindlief? De zeventiende, alstublieft.
De lift stopt bij de derde wolk. En, kijk, daar komt nog veel meer volk:
Het regenmeisje stapt erin, en dan de bijenkoningin,
Een goochelaar uit ’s-Gravenhage, een glimworm met een kinderwagen,
De zevenslaper met zijn vrouw, de dochter van de bietenbouw
En nog de schaapjeswolkenherder, en daarna gaat de lift weer verder.
We zijn er! Roept de liftbediende, Hallo, dit is de zeventiende!
Hier is het luchtkasteel. De gevel is opgebouwd uit roze nevel.
De trappen zijn van rookspiraal. We gaan naar binnen in de zaal.
Daar slaapt een oude pianist, onder een dekentje van mist
Het wolkenvisje en zijn bruid zwemmen de voordeur in en uit.
De freule komt ons tegemoet. Ze heeft een rookpluim op haar hoed.
Ze zegt: komt allemaal maar binnen, het klokje luidt, we gaan beginnen.
De kindertjes waarin voor kom hebben een saaie windveer om.
We mogen spelen met de kippen en op het wolkenbankstel wippen,
In ’t luchtkasteel hoog in de wolken van olke bolke rubesolke.
Les:
De eerste les hebben we de buitenkant van het luchtkasteel getekend. Veel kids hebben ook elementen uit het gedicht in hun tekening verwerkt! De oudere kinderen maakten deze tekening met luchtig materiaal, namelijk softpastelkrijt.
Onder mijn bed – Theo Olthuis
Elke avond voor het slapen, Ook al ben ik nóg zo moe,
Kijk ik even onder mijn bed. Stom hè, dat ik dat nog altijd doe!
Maar wat ZIE je dan? Groene ogen, enge kerels, vieze ratten?
Rooie mieren, dooie pieren, wilde katten? Reuzenpadden, pissebedden, schorpioenen?
Nee, alleen mijn eigen schoenen.
Les:
Tijdens de tweede les hebben we de binnenkant van het luchtkasteel getekend. Aan de hand van een visualisatie (kort meditatief verhaaltje) hebben de kinderen zich eerst een kamer voor zichzelf voorgesteld. Daarin stond in ieder geval een relax-stoel waarin ze lekker kunnen hangen.
De grote en de kleine vissen
Uit: ‘Boven in de groene linde zat een moddervette haan’, 75 fabels op rijm gezet door Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen
De grote vissen riepen steeds: ‘Wij zijn de baas in deze zee!
Maak dat je wegkomt, nietig grut! We bijten jullie zó in twee!’
De kleine visjes werden bang van al die dreiging en terreur.
En zagen zij zo’n kanjer, dan verschoten zij meteen van kleur.
Maar op een dag werd er een net in zee gegooid vanaf een boot.
De vissers vingen in één klap wel duizend vissen, klein en groot.
De grote vissen zaten vast. Maar kijk, de kleintjes zwommen weg,
Zo door de mazen van het net. Ze juichten: ‘jullie hebben pech!
Waar blijven jullie praatjes nou? Waar blijft nou jullie grote mond?
‘ T is heerlijk om zo klein te zijn! Wíj zwemmen vrij en vrolijk rond!’
De grote vissen dachten sip: Wíj liggen morgen allemaal
Met peterselie en citroen te stoven in een ovenschaal.
Les:
- Met bijenwaskrijt en ecoline hebben we eerst de zee gemaakt.
- Ook hebben we een groot vel papier al krassend ingevuld, passend bij de emoties uit het gedicht: boos (de grote vissen), bang (voor de dreigende grote vissen), paniek (als ze gevangen worden), blij (dat de kleintjes vrolijk rondzwemmen).
- De volgende les hebben we uit dat blad met krassen de vissen geknipt en in de zee geplakt.
Ik hou van mij
Lied van Harrie Jekkers
Op verzoek van een aantal kinderen hebben we geoefend met het tekenen van portretten en mensfiguren.
Portret tekenen draagt bij aan de ik-vorming van kinderen. Het stimuleert ze om stil te staan bij hun eigen kwaliteiten en karaktertrekken. Rond 4 jaar hebben veel kinderen de eerste behoefte om gezichten te tekenen, rond 9 jaar komt daar de wens bij om diversiteit in neuzen, ogen en expressie te tekenen. Soms wordt die behoefte weggestopt omdat kinderen het gevoel hebben ‘niet te kunnen tekenen’.
Deze lessen hadden als doel om te oefenen en handvatten te geven, waardoor meer zelfvertrouwen wordt ervaren. Sommige kinderen benoemden dit ook! ‘Ik dacht dat dit ècht niet zou lukken, ik had er echt geen zin in om een gezicht te tekenen. Maar eigenlijk is het goed gelukt en was het juist leuk om te doen!’
We hebben geluisterd naar het grappige lied van Harrie Jekkers en besproken dat het belangrijk is om van jezelf te houden!
Tekenspel: Om lekker los te komen deden we een tekenspel waarbij we kunst creëerden door een portret te tekenen uit 1 lijn. Dus zonder de stift los te laten! Superleuk om thuis ook eens te proberen. De resultaten zijn verrassend leuk!
Sint en Kerst
In december sloten de lessen aan bij het Sinterklaas- en kerstthema. In een aantal groepen hebben we een Mondriaan-tekening ingevuld met tekeningen binnen het thema. Het is een drukke periode voor veel kinderen, daarom is er voor gekozen om de lessen wat vrijer in te vullen. Tijdens de laatste les hebben de oudere kinderen zèlf een elfje geschreven; een gedicht dat bestaat uit elf woorden. Eerst bedachten we samen allerlei woorden die horen bij kerst, vervolgens schreven we samen het gedicht. En wat bleek: veel kinderen zijn ook echt creatieve schrijvers!
de elementen: aarde, vuur, water, lucht
In het nieuwe jaar staan de tekenlessen in het teken van de 4 elementen: aarde, vuur, water en lucht.
Natuurlijk gaan we weer met verschillende materialen aan de slag en zullen de opdrachten aansluiten bij dit thema.